Oorrobben (Otariidae)

Oorrobben komen voor langs de kusten van de Grote Oceaan en de Zuidelijke Oceaan. Het zijn zeeroofdieren en vangen hun voedsel in het water. De jongen van de oorrobben worden op het land geboren. Deze roofdieren kun je tegenkomen in dierentuinen, de bekendste soort die je daar kunt zien is de Californische zeeleeuw. Deze dieren worden ook wel zeeleeuwachtigen genoemd.

Californische zeeleeuw

Deze soort is vrij intelligent en laat zich ook wel zien in de buurt van mensen. Doordat deze dieren makkelijk te trainen zijn zul je ze vaak zien in circussen, dolfinariums en dierentuinen. De mannetjes hebben een chocoladebruine kleur en de vacht van de vrouwtjes is geelbruin. In tegenstelling tot de mannetjes hebben vrouwtjes geen manen. De mannetjes hebben dikke zwarte manen. De kop van de Californische zeeleeuw is kegelvormig en eindigt spits. De hals is lang en zeer krachtig, en de oorschelpen zijn klein van stuk. Boven water kan de zeeleeuw niet scherp zien, dit komt doordat de bolling van het hoornvlies, in het horizontale vlak verschilt in het verticale vlak. Hij kan enkel alleen scherpe contouren waarnemen en plotselinge bewegingen. Op het land kunnen deze dieren zich snel bewegen en zelfs over rotsen, kan een zeeleeuw zich sneller verplaatsen dan de mens. In het holst van de nacht gaat de zeeleeuw op jacht naar voedsel. In het water jaagt hij graag op pijlinktvissen en octopussen. Maar ook ansjovis, haring, zalm, zeebaars, makreel en regenboogforel staan op het menu van de zeeleeuw.

Stellerzeeleeuw

De stellerzeeleeuw is de grootse uit de familie van de oorrobben. Deze grote reus is alleen te zien in de Noordelijke Grote Oceaan. Deze zeeleeuwen zijn zeer speels, regelmatig spelen deze dieren langs de kustlijnen. Op volle zee leven ze in groepen, tot ongeveer twaalf dieren bij elkaar. De vacht van een mannetje is aan de bovenkant geelbruin van kleur en de onderzijde is roodachtig bruin. De vrouwtjes zijn in tegenstelling tot de mannetjes, wat rondachtig van vorm. Ze zijn lichtbruin tot roodbruin van kleur. In de nacht jagen deze roofdieren op hun prooi, wat bestaat uit; alaskakoolvis, haring, krabben, garnalen, octopussen, inktvissen en mosselen. Soms zwemt hij een rivier op, om op zalmen en prikken te jagen. Het mannetje beschikt over een harem waarin zo’n tien tot 30 vrouwtjes leven. Het mannetje is in staat om zijn harem fel te verdedigen als er gevaar dreigt.

Kenmerken van de oorrobben

Oorrobben zijn slanke zeezoogdieren en hebben een lange en zeer beweeglijke hals. Over het algemeen is de kop van een oorrob langwerpig met een spitse snuit. Met uitzondering van de manenrob, die heeft namelijk een stompe snuit. De bovenlip van de oorrobben is voorzien van borstelige snorharen. De oorrobben danken hun naam aan hun kleine uitwendige oorschelpen, bij de gewone robben (zeehonden) ontbreekt namelijk de oorschelp. De voorste ledematen worden flippers genoemd, en deze zijn lang en krachtig. De achterste ledematen zijn veel korter dan de voorste ledematen.

Het leefgebied

Het leefgebied van de oorrobben is zeer groot. Ze komen in de volgende gebieden voor:

  • Grote Oceaan
  • Van Japan tot Mexico
  • Galapagos eilanden
  • Zuid Amerikaanse kust
  • Noord Peru
  • Kaap Hoorn
  • Atlantische kust
  • Zuid Brazilië
  • Zuid Afrika
  • Zuidkust van Australië
  • Nieuw Zeelandse Zuidereiland