Kleine panda (Ailuridae)

De kleine panda, ook wel rode panda of katbeer genoemd leeft in Azië. De kleine panda behoort tot de roofdieren. De kleine panda is een bedreigd diersoort dat voorkomt in delen van Azië. Deze dieren behoren tot de superfamilie Musteloidea en de familie katberen. Katberen zijn overigens nog de enige levende soort. Qua uiterlijk lijkt de kleine panda op een beertje, maar eigenlijk zijn deze dieren nauwer verwant aan de wasberen.

Kenmerken van de kleine panda

De kleine panda heeft een rode vachtkleur met witte en zwarte vlekken. De staart van deze dieren zijn afwissend van kleur, namelijk rode, bruine en gele ringen. De jongen van de kleine panda hebben eerst nog geen ringen op hun staart, maar naarmate ze ouder worden, krijgen ze de ringen op hun staart. De kop is opvallend rond met kleine ronde bruine ogen en de snuit is kort en spits. De oren zijn groot, puntig en staan rechtop. Het lichaam is gemiddeld 35 tot 40 centimeter lang, de staart van de kleine wasbeer is net zo lang als de lengte van het lichaam. De kleine beer heeft het gebit die passend is voor een vleeseter, maar over het algemeen lijkt het eetpatroon meer op die van een vegetariër. Deze dieren kunnen per dag wel 20.000 bamboebladeren eten. Door middel van eeltknoppen op de voorpoten, kunnen de klein panda’s gemakkelijk de bamboebladeren beetpakken. De kleine panda is een nachtdier, en gaat in de nacht op zoek naar voedsel. Hij gebruikt hierbij zijn snorharen die als voelsprieten dienen, zodat het dier zijn neus niet bezeert tijdens het zoeken. De kleine panda kan niet goed tegen warmte en slaapt het liefste overdag in de schaduw in bomen of in de holte van een boom. Aan de hand van hun geurklieren kunnen de kleine panda's met elkaar communiceren, maar ook met bepaalde kopbewegingen kunnen de dieren onderling gesprekken voeren. Jonge panda’s kunnen een hoge fluittoon maken als ze in nood verkeren. Als panda’s zich erg bedreigd voelen zullen ze een grommend geluid laten horen, wat als blaffen kan klinken. Andere geluiden die ze kunnen maken zijn; proesten, snuiven, fluiten, krassen en hoorbare uitademingen.

Voortplanting

De mannetjes zijn met 18 maanden geslachtsrijp en de vrouwtjes met een leeftijd van twee jaar. De vrouwtjes zijn maar één dag in het hele jaar vruchtbaar en hebben op die dag een speciale geur bij zich, wat de mannetjes aantrekt. Als de vrouwtjes drachtig zijn, zullen ze een nest gaan bouwen in een holle boom of in een spleet van een rots. Dit nest wordt bekleed met veel bladeren, gras en takjes. De draagtijd van een kleine panda is 130 dagen en ze kunnen één tot 4 jongen krijgen. Bij de geboorte hebben de jongen een grijsachtige vacht, de oren en ogen zijn dicht. Deze gaan na drie weken open. Na ongeveer 2,5 maand gaan de jongen samen met hun moeder, de wereld verkennen. Na een jaar zijn de jongen volgroeid en in staat om zichzelf te redden, om vervolgens het nest te verlaten.

Worden de kleine panda’s bedreigd?

Door ontbossing in het leefgebied van de kleine panda’s, wordt het voortbestaan van deze dieren bedreigd. Doordat er steeds meer bos wordt weggekapt, is de kleine panda steeds meer van zijn voedselbron kwijt. Maar niet alleen het voedsel, ook zijn deze dieren hun slaapplekken kwijt en staan ze sneller bloot aan gevaren de op de loer liggen. De sneeuwpanter en luipaarden zijn vijanden van de kleine panda. Maar de mens is nog altijd hun grootste vijand, want er wordt ook gejaagd op deze dieren, vanwege hun mooie pels.

Het leefgebied

De kleine panda’s hun leefgebied is in bergwouden, op een hoogte tussen de 1800 en 4000 meter. Ze voelen zich het meeste thuis op een plek waar veel bamboe te vinden is, omdat bamboe het meeste wordt gegeten door deze dieren. Een temperatuur tussen de tien en de 25 graden Celsius, is de ideale temperatuur voor deze dieren. In het leefgebied van deze dieren kan de temperatuur ook ineens dalen, en kan het vervolgens gaan sneeuwen. Gelukkig heeft de kleine panda een dikke vacht, die het dier lekker warm kan houden. Door deze dikke vacht kunnen ze ook niet goed tegen warmte, en heeft een wat kouder klimaat eerder hun voorkeur. De kleine panda komt voor in de volgende landen:

  • Nepal
  • Tibet
  • West China