Katachtigen (Felidae)

Bij katachtigen wordt vaak aan de huiskat gedacht.  De katachtigen bestaan uit aanzienlijk meer soorten zoals de tijger, jachtluipaarden, sneeuwpanter, en leeuwen.

Uiterlijk

Qua uiterlijk zijn er een aantal verschillen tussen de grote en kleine katten. (Panthera en Felis) De pupillen van een grote kat is rond of ovaal, bij een kleine kat trekt de pupil verticaal samen bij een sterke lichtinval. De neus van de katachtigen lijken allemaal op elkaar, maar er zijn toch verschillen, namelijk: de beharing aan de voorkant van de neus is niet compleet behaard bij kleine katten. Bij de grote katachtigen is dit wel het geval. Katachtigen gebruiken hun klauwen met nagels bij het vangen van hun prooi, ze kunnen ook hun nagels intrekken. Bij de jachtluipaard of cheeta is dit niet het geval, deze dieren kunnen hun nagels namelijk niet intrekken. De vacht van katachtigen hebben verschillende kleurpatronen, deze variëren in diktes van de vacht, lengte tot nauwelijks tot geen beharing, zoals de naaktkat. Per soort is dit erg verschillend, net als de staart van katachtigen, de ene soort heeft een dikke staart, terwijl de ander een pluim aan het einde van de heeft. Katachtigen hebben opstaande oren, maar de vorm is ook per soort verschillend. Zo kunnen de oren spits zijn, afgeronde oren of met pluimpjes. Het kattenras, de Maine Coon, heeft vaak ook pluimpjes aan de puntjes van de oren. Het gebit van katachtigen is voorzien van knipkiezen aan beide kanten van de bek. Knipkiezen hebben als functie dat de kat het vlees kan afknippen van een prooi.

Gedrag

Het gedrag is per soort verschillend, maar hebben ook veel overeenkomsten met elkaar. Katachtigen zijn allemaal jagers en jagen het liefste in de schemering of de nacht op hun prooi. Katachtigen zijn namelijk nachtdieren. Het zijn goede klimmers en kunnen goed in bomen klimmen om achter hun prooi aan te jagen. Het zijn actieve dieren, maar mogen ook graag ergens lekker liggen in de zon te luieren of om te slapen. Bijna alle soorten katachtigen zijn solitair, behalve de leeuw. De leeuw leeft liever in een groep met soortgenoten. Aan de stand van de oren kun je zien dat een kat communiceert, ook de staart zegt veel over hoe een kat zich voelt.

Voedsel

Katachtigen zijn roofdieren en eten voornamelijk dierlijk voedsel, zoals: muizen, woelmuizen, ratten, konijnen, jonge haasjes, vogels kikkers en ander kleine dieren. De grote katachtigen hebben natuurlijk veel grotere prooien op hun menu staan. Maar omdat de meeste prooien van de katachtigen planteneters zijn en de kat een prooi compleet verslindt, komen de plantenresten toch nog in de maag van de kat terecht. Deze plantenresten zijn een goede aanvulling op het voedsel van de katachtigen, omdat deze essentiële voedingsstoffen bevatten.

Voortplanting

De grootste tijd van het jaar leven katachtigen in hun eigen territorium. Als de dagen langer worden en het langer licht is, gaan de katten op zoek naar een partner. De draagtijd is per soort verschillend. De meeste soorten katachtigen hebben 1 worp per jaar, sommige soorten planten zich eens in de 2 tot 3 jaar voort. Gemiddeld heeft een katachtige 1 tot 6 welpen of kittens. De vrouwtjes voeden de jongen op totdat de jongen zelfstandig kunnen jagen.

Kattenrassen