Goudjakhals ()Canis aureus)

Deze jakhals behoort tot de hondachtigen en heeft zich sinds de laatste ijstijd gevestigd in het gebied tussen de Balkan, Oostenrijk, Thailand en het Midden-Oosten. Ze komt van oorsprong in West-Europa niet voor en kan in Noord-Afrika gemakkelijk verward worden met de gouden wolf vanwege het erg gelijkende uiterlijk, maar deze roofdieren zijn nauwer verwant aan de wolf dan aan de jakhals.

Uitbreiding van het leefgebied van de soort

Evenals de wolf rukt ook de goudjakhals de laatste jaren op in Noord- en West-Europa. In Oostenrijk en Italië planten ze zich voort en de dieren zijn zwervend aangetroffen in Scandinavië. Ook op slechts 110 kilometer van de Nederlandse grens, in het Duitse Cuxhaven, is in 2015 een zwervend exemplaar aangetroffen. Deze afstand zou een jakhals in twee weken kunnen afleggen, maar in Nederland is de goudjakhals nog nooit in het wild gespot.

Het uiterlijk van de goudjakhals

De roofdieren lijken erg op kleine wolven. De poten, staart en oren zijn verhoudingsgewijs korter en de snuit is spitser. Het goud uit de naam is te danken aan de vacht die rossig bruin tot goudrood is met, met name ’s winters, zwart op de rug. In tegenstelling tot andere hondachtigen zijn de zolen van de voorste tenen bij de goudjakhals aan de achterzijde met elkaar vergroeid. Door deze unieke pootafdruk is het dier dan ook makkelijk te herkennen.

De jongen van de goudjakhals

De jakhals leeft in roedels bestaande uit een monogaam ouderpaar en hun jongen die in april en mei worden geboren. De jongen zoeken na een jaar of twee een eigen leefgebied. Het aantal jongen per worp kan groot zijn, wat de uitbreiding van de soort bevordert. Om jongen te werpen graven de dieren zelf een hol, of ze nemen er één over van vossen of dassen. Ook een schuilplaats in ondoordringbaar kreupelhout komt vaat voor. Meestal jaagt de soort alleen, maar als er veel jakhalzen in één gebied leven, jagen ze in familieverband. Net als wolven communiceren ze door te huilen. Bij de jakhals klinkt dit echter hoger, keffender en klagender.

De biotoop van de goudjakhals

De voorkeur voor biotoop en voedsel doet de jakhals meer op een vos dan op een wolf lijken. De biotopen waarin ze kunnen leven zijn zeer uiteenlopend, van moeras tot halfwoestijn. Ook is de jakhals niet bang voor mensen en zoekt ze soms zelfs op. Afval en kleine huisdieren kunnen als voedsel dienen voor deze roofdieren. Jakhalzen leven vaan in gebieden die wolven mijden zoals kleinschalige landschappen met natuur- en cultuurgebieden. Ondoordringbaar kreupelhout is hierin een vereiste voor een veilig hol voor de jakhals. In Europa lijken ze grote, open vlaktes te vermijden.

Voeding en toename in populatie van de jakhals

Kleine dieren vormen de basis van het dieet van de jakhals, maar het zijn alleseters. Knaagdieren als ratten en hazen zijn favoriet, maar lammetjes, veulens en kalveren van reeën en gazelles staan ook geregeld op het menu. Dit kan tot problemen met de lokale bevolking leiden, echter de jakhals richt minder schade aan dan andere hondachtigen. Het dieet bestaat verder uit afval, vruchten, knollen en wortels. De populatie jakhalzen rond een open vuilstort schiet dan ook geregeld omhoog.

Vermoedelijk wordt de snelle groei en uitbreiding van het leefgebied van de jakhals veroorzaakt door de mens, door het extra aanbod van voedsel en het jagen op zijn grote concurrent de wolf. Klimaatverandering lijkt hier geen invloed op te hebben, al zou een verminderde sneeuwval het noorden wel aantrekkelijker maken voor de jakhals.

Gevolgen voor Nederland

Het is moeilijk te zeggen wat de gevolgen zijn als de goudjakhals zich in Nederland vestigt. Zijn bijnaam ‘rietwolf’ impliceert dat hij in de Nederlandse moerassen kan leven. Ze zullen de vossen die daar leven mijden, al leven ze grotendeels van hetzelfde voedsel. Om de schade van het roofdier te beperken kunnen schrikdraad en waakhonden bijdragen in de preventie. Vooral jongen van wild zoals reeëen en damherten, ganzen en diverse soorten ratten zullen onder de komst van de jakhals lijden.

Wettelijke bescherming van de diersoort in Europa en Nederland

De Biodiversiteitswet uit 1992 (Convention of Biological Diversity), de Habitatrichtlijn uit datzelfde jaar en de Bern-conventie uit 1979 beschermen onder andere de goudjakhals. De Habitatrichtlijn uit 2015 beschermt de jakhals in zijn nieuwe leefgebied daar hij deze zelfstandig bereikt. Dit wordt namelijk als natuurlijke areaal-uitbreiding gezien. De goudjakhals wordt niet beschermd onder de CITES-afspraken uit 1973 en de Conservation of Migratory Species of Wild Animals uit 1979. Ondanks dat ik de jakhals een beschermde soort die op eigen kracht zijn leefgebied kan en mag uitbreiden. Ook in Nederland is het dier inheems en beschermd, maar nog niet in de Wet Natuurbescherming opgenomen, omdat het dier zich hier nog niet heeft gevestigd. Landelijk is er voor dit roofdier geen schaderegeling, al vergoedt de provincie Gelderland de schade net zoals bij de wolf wel.