Galloway

Een van de oudste soorten runderen is de Galloway. De Galloway is vernoemd naar de gelijknamige regio in Schotland. In de zeventiende eeuw werd het ras hier ontdekt. Inmiddels wordt het dier in meerdere landen gebruikt, onder andere in Canada, Australië en de Verenigde Staten.

Historie

Het zwarte Galloway rund komt van origine uit Schotland. In de zeventiende eeuw maakte men hier voor het eerst met het dier kennis. Van origine kent het dier verschillende kleuren en patronen. Later is dit teruggebracht naar slechts één kleur: zwart. Er waren ook geen patronen meer. Sindsdien heeft de Galloway al heel wat van de wereld gezien. Ze is rond het midden van de negentiende eeuw naar Canada geëxporteerd, in 1882 naar Amerika en naar Australië in 1951. Gedurende de jaren vijftig was het ras erg populair, maar door het uitbreken van en de gevoeligheid voor ziektes zoals mond-en-klauwzeer nam de gewildheid af. Vandaag de dag is de Galloway echter weer één van de rassen waar veel vraag naar is. Dit komt voornamelijk door de smaak van het vlees, dat als zeer smakelijk wordt bestempeld.

Met een populatie van minder dan 10.000 exemplaren ter wereld wordt het dier bestempeld als een potentieel gevaar voor uitsterving, alhoewel het nog niet op de officiële lijst staat.

Uiterlijke kenmerken van de Galloway

De Galloway heeft een dikke, zwarte vacht. Deze vacht heeft hij doordat hij is opgegroeid in Schotland, waar het ’s winters aardig koud kan worden. De vacht is wat krullerig en heeft een slag. Het ras heeft een gemiddelde grootte en weegt gemiddeld 800 tot 1200 kilo (vrouwtjes tussen de 500 en 800). Hij is zo’n 130 centimeter groot op schofthoogte en heeft relatief korte beentjes. De Galloway heeft van nature geen horens, maar laat wel een klein stompje zien bovenop zijn schedel.

Karakter

Het rund heeft verschillende fases doorlopen, waarbij speciaal voedsel en hormonen werden ingezet om de koe wat dikker te maken. De koe werd en wordt gefokt voor het vlees. Het is zelden dat men de koe melkt, alhoewel er geruchten de ronde gaan dat er in wat oudere dorpjes in Schotland dit wel gebeurt. Door zijn stoere karakter kan het dier tegen ruwe omstandigheden, maar doet hij het ook prima op rijpe gronden. De Galloway staat bekend om niet-agressief en zelfredzaam.

Galloway mannetjes zijn met 9 maanden geslachtsrijp en de vrouwelijke Galloway heeft per bevalling gemiddeld één kalf. Dit kalf blijft het eerste jaar bij zijn of haar moeder. De eerste dagen wordt het zelfs door moeder verstopt!

Een familielid van de Galloway is de Belted Galloway. Dit dier heeft, net als de Lakenvelder, een witte band over zijn rug. De Belted Galloway kenmerkt zich als een hobby koe. Ze is ook niet gevoelig voor ziektes, wat weer een voordeel is voor de hobbyist.

Verzorging van de Galloway

Een Galloway is voornamelijk op zoek naar vers gras, maar kan ook prima wat grovere planten verorberen. Brandnetels en distels zijn voor het dier geen obstakel voor een lekkere maaltijd. Verder kan een Galloway rund het hele jaar door worden ingezet om te grazen in natuurgebieden. Hierbij hanteert men de regel: één rund per anderhalve hectare.

Samenvatting van de Galloway

De Galloway is een dier dat vooral opvalt door zijn dikke vacht met krullerige haren. Het rund komt oorspronkelijk uit Schotland. Het dier staat bekend om zijn grote vleesproductie en de voortreffelijke smaak van dat vlees. Het Galloway rund is ook zeer geschikt om op woeste grond en in natuurgebieden te houden. De combinatie van goede vleesproductie en sobere voeding en verzorging, maakt het Galloway gewild voor vleesveehouders in natuurgebieden. Galloway runderen hebben gemiddeld één kalf per bevalling en kunnen het hele jaar door in de wei staan.

Rasvereniging van de Galloway

Stiermassa