Das (Meles meles)

De das (Meles meles) is een sociaal zoogdier die behoort tot de familie van de marterachtigen. Ze leven ondergronds in familieverband in burchten die soms wel eeuwenoud zijn. Steenmarters zijn roofdieren, maar geen actieve jager. Dassen zijn voornamelijk ’s nachts actief en komen pas rond de schemering uit de burcht tevoorschijn

Dassen komen verspreid voor in Europa en grote delen van Azië. Ze gedijen het best in glooiende landschappen waar loofbossen en graslanden zich afwisselen. In Nederland zijn ook kolonies van dassen, voornamelijk op de Veluwe en in het oosten, zuiden en midden van het land. Lange tijd had de das het moeilijk in Nederland, onder andere door jacht en vervolging, maar sinds het dier beschermd is, stijgen de aantallen weer. De grootste bedreiging voor dassen zijn het drukke verkeer en water zonder natuurlijke afloop: hier kunnen ze niet uitkomen.

Kenmerken

Een witte kop met twee zwarte banden die van de snuit over de ogen en oren naar het achterhoofd lopen: een das herken je direct aan dit opvallende koppie. De vacht van het dier lijkt grijs maar eigenlijk zijn het witte haren met een zwarte middenband per haar. De buik is geelwit. Dassen hebben een vrij kleine kop met een lange snuit. Korte poten en een – in verhouding – groot lichaam maken dat hij zich enigszins waggelend voortbeweegt.

Dassen zijn sociale dieren die veel tijd vrij maken om met elkaar te spelen en elkaar te verzorgen. Sommige dieren blijven hun leven lang in één en dezelfde burcht en vele generaties volgen elkaar hier op. Ze herkennen elkaar aan de sterke muskusachtige geur die ze verspreiden en waar ze ook hun territorium mee afbakenen.

Dassen worden in het wild meestal niet oud. Slechts 3 tot 6 jaar. De maximale leeftijd is 15 jaar en in gevangenschap kan een das zelfs 20 jaar oud worden.

Voedsel

Dassen behoren tot de groep roofdieren, maar het zijn eigenlijk opportunistische alleseters. Ze eten alles wat ze voor de neus krijgen: van regenwormen, kevers en slakken tot fruit, eikels en paddenstoelen. Maar ook koren, mais, noten en knaagdieren laat een das niet zomaar aan zijn neus voorbijgaan. Net als hommel- en wespenbroed trouwens. Dassen zijn slechte jagers. Ze maken heel veel herrie tijdens het zoeken naar voedsel, waardoor de meeste prooidieren zich tijdig uit de voeten kunnen maken.

Voortplanting Das

Dassen kunnen zich in theorie het hele jaar voortplanten, maar in de praktijk paren ze voornamelijk van februari tot en met mei. Daarna gebeurt er iets geks: de bevruchte eicel begint zich niet meteen te ontwikkelen: dit gebeurt pas vanaf november. Dit fenomeen noemen ze een uitgestelde draagtijd.

Na ongeveer zeven weken worden de jongen geboren. Per keer krijgt de moeder twee tot vier jongen, meestal zijn het er drie. Het zijn zoogdieren: dassen drinken tot minimaal drie maanden melk hun moeder, maar ook wel langer als er weinig voedsel te vinden is.