Brulapen (Alouatta) leven in de bossen en regenwouden van Zuid-Amerika. Daar vormen ze sociale groepen van één of meerdere mannetjes en enkele vrouwtjes. Het zijn echte boombewoners die alleen sporadisch aan de grond komen. In vergelijking met bijvoorbeeld slingerapen is hun territorium vrij klein en er kan sprake zijn van overlap in de territoria. Om conflicten te voorkomen bakenen brulapen hun territorium af met de luide brulkoren waar ze hun naam aan te danken hebben.

De brulapen behoren tot de ‘apen van de Nieuwe wereld’ en zijn weer onderverdeeld in 11 soorten:

  • Roodhandbrulaap (Alouatta Belzebul)
  • Zwarte brulaap (Alouatta caraya)
  • Bruine brulaap (Alouatta guariba)
  • Rode brulaap (Alouatta seniculus)
  • Mantelbrulaap (Alouatta palliata)
  • Mexicaanse brulaap (Alouatta pigra)
  • Boliviaanse rode brulaap (Alouatta sara)
  • Amazonebrulaap (Alouatta nigerrima)
  • Guyanabrulaap (Alouatta macconnelli)

Kenmerken

Brulapen zijn vernoemd naar hun meest specifieke kenmerk: de luide brulkoren waarmee ze hun territorium afbakenen. Hun geluid draag kilometers ver. Op die manier beschermen de mannetjes de vrouwtjes en laten ze aan concurrenten weten waar hun gebied begint. Over het algemeen laten ze zich alleen bij zonsopgang en zonsondergang horen, maar ook ‘indringers’ zoals mensen en roofdieren worden aangekondigd door de brulapen. Zo waarschuwen ze elkaar overduidelijk voor gevaar!

Brulapen zijn dagactief, maar het zijn niet de meest energieke apen van Zuid-Amerika. Een groot deel van de dag brengen ze rustend en bladeren kauwend door.

Brulapen behoren tot de grijpstaartapen: apen die zich met hun lange staart kunnen vastgrijpen en op die manier eigenlijk een vijfde ledemaat tot hun beschikking hebben. De punt van de staart is kaal en is net zo gevoelig als de vingertoppen van een hand zijn. De staart van brulapen is zó sterk dat hij er met zijn volle gewicht aan kan hangen.

Voedsel

Brulapen zijn de enige apen van de Nieuwe wereld die voornamelijk bladeren eten. Ze eten ook wel vruchten, bloemen en ander plantaardig voedsel, maar het overgrote deel van het menu bestaat uit bladeren. Bij de andere breedneusapen is dit juist andersom.

Doordat er in bladeren weinig energie zit, zijn het ook geen actieve apen. Een groot deel van de dag besteden ze aan het rusten. Veel bladeren bevatten bovendien giftige stofjes, die ze weer neutraliseren door af en toe mineraalrijke grond te eten. Dit zijn de weinige keren dat ze uit de bomen omlaag komen, want verder zijn het echte boombewoners.

Voortplanting

Brulapen zijn polygaam en kennen geen specifieke paringsperiode. Het jong – tweelingen zijn zeldzaam – blijft lange tijd bij de moeder en klemt zich vast in haar vacht. Eerst op de buik, later verhuizen ze naar de rug. Brulapen worden ook lang gezoogd: een jong van de zwarte brulaap mag maar liefst anderhalf jaar drinken bij zijn moeder. Zodra de jongen geslachtsrijp zijn, verlaten ze de groep. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes.