Blauwoogmaki (Eulemur flavifrons)

De blauwoogmaki is net als de ringstaartmaki een opvallende diersoort afkomstig van het Afrikaanse eiland Madagaskar. Net als bij de ringstaartmaki die bekend is geworden dankzij de zwart-witte ringen op zijn staart, verraadt de naam het opvallendste kenmerk van deze boombewoner: zijn opvallend blauwe ogen.

De blauwoogmaki (Eulemur flavifrons) is een echte maki (Eulemur) en behoort tot de familie van de maki’s (Lemuridae). Deze halfapen leven vrijwel uitsluitend op Madagaskar die een unieke flora en fauna kent. De blauwoogmaki leeft meer specifiek in het Noordoosten van het eiland en op het schiereiland Sahamalaza. Zijn voorkeur gaat daar uit naar de drogere bossen van het eiland.

Veel maki’s worden in hun voortbestaan bedreigd en de blauwoogmaki hoort daar helaas bij. Zijn leefgebied raakt door ontbossing meer en meer vernietigd en bovendien wordt er op het dier gejaagd voor het vlees. Sommige blauwoogmaki’s worden wild verhandeld en eindigen als huisdier. Hij hoort daardoor bij de 25 meest bedreigde primaten ter wereld.

Kenmerken

Afgezien van een enkele slingeraap en de mens is de blauwoogmaki een van de weinige primaten met blauwe ogen. Sowieso een vrij uniek kenmerk in de dierenwereld. Ondanks de naam varieert de kleur van de ogen bij de onderlinge dieren. De kleurschakeringen lopen uiteen van helblauw tot lichtgrijs tot bleekgroen en alles daartussenin.

Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is duidelijk te zien. De vrouwtjes zijn veel lichter van kleur en hebben een roodbruine vacht, met een lichte buik. De mannetjes hebben een overwegend zwarte vacht en huid.

De staart is lang. Zelfs langer dan het lichaam van de blauwoogmaki. Deze meet namelijk ongeveer 39 tot 45 centimeter, terwijl de staart wel 65 centimeter lang kan worden!

In gevangenschap kunnen blauwoogmaki’s ongeveer 20 jaar oud worden.

Maki’s gebruiken geuren om hun territorium af te bakenen en om onderling te communiceren. Bij de vrouwtjes zitten deze geurklieren alleen rondom de anus. De mannetjes hebben daarnaast ook nog klieren bij hun polsen, waarmee ze over takken wrijven en over hun staart.

Voedsel

Vrijwel al zijn voedsel vindt de blauwoogmaki in de toppen van de bomen waarin hij leeft. Het liefst eet hij vruchten, direct daarop gevolgd door bladeren. Bloemen, insecten en paddenstoelen lust de maki ook.

Voortplanting

Blauwoogmaki’s leven in paartjes of groepjes bij elkaar. In de groepen maken de vrouwtjes de dienst uit en leven de mannetjes meer aan de rand van de groep. Van april tot juni paren ze met elkaar en in het najaar worden dan de jongen geboren. Net als bij veel andere primaten klemt het kleintje zich de eerste tijd vast aan de buik van de moeder.